December 2019
In een vorige blog (Wanneer is sprake van kinderontvoering?, juli 2019) is aandacht besteed aan de vraag wanneer er in juridische zin gesproken kan worden van kinderontvoering. Kort samengevat, is er sprake van kinderontvoering wanneer een ouder een kind meeneemt naar het buitenland, zonder dat de ouder met gezag hier toestemming voor heeft gegeven. Een ingrijpende gebeurtenis voor de achterblijvende ouder, maar vooral ook voor het minderjarige kind. In deze blog staat de vraag centraal welke civielrechtelijke stappen u kunt ondernemen als uw kind zonder toestemming is meegenomen naar het buitenland.
Het Haags Kinderontvoeringsverdrag
Nederland is partij bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag (“het HKOV”). Het HKOV is erop gericht om kinderen te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van een internationale kinderontvoering. Dit verdrag is van toepassing als uw kind niet ouder is dan 16 jaar en u belast bent met het gezag over uw kind. Er zijn op dit moment 91 landen partij bij het HKOV.[1] Het HKOV is daarmee van groot belang in veel kinderontvoeringszaken. Daarnaast zijn er gevallen waarin het HKOV niet van toepassing is. Aan de hand van een voorbeeldcasus bespreek ik beide situaties.
Ontvoering naar een verdragsstaat
Stel, uw relatie is verbroken en u bent (gezamenlijk) belast met het gezag over uw drie kinderen van 4, 6 en 8 jaar. De moeder heeft de Australische nationaliteit en wil weer terugkeren naar haar thuisland. De moeder verwezenlijkt haar wens en neemt de drie kinderen mee naar Australië. U bent het hier niet mee eens. De moeder weigert om de kinderen terug te laten keren naar Nederland. De moeder maakt zich hiermee schuldig aan internationale kinderontvoering.
Wanneer uw kind vanuit Nederland is ontvoerd naar een land dat partij is bij het HKOV, zoals Australië, dan kunt u bij de Centrale Autoriteit in Nederland een verzoek tot teruggeleiding indienen. De Nederlandse Centrale Autoriteit is verplicht om contact op te nemen met de Australische Centrale Autoriteit. Australië is verplicht om “alle passende maatregelen” te nemen om ervoor te zorgen dat het kind vrijwillig terugkeert naar Nederland. Als dit niet lukt, zal de rechter in Australië het verzoek tot teruggeleiding behandelen. Het uitgangspunt van het verdrag is: “eerst terugkeren, dan praten”. De Australische rechter zal het verzoek niet inhoudelijk behandelen. Wanneer uw kind, in strijd met het gezagsrecht, naar Australië is ontvoerd, wordt het verzoek tot teruggeleiding in principe toegewezen. Het verdrag kent een aantal uitzonderingen op de hoofdregel. Deze uitzonderingen, de weigeringsgronden bij een teruggeleidingsverzoek, laat ik in dit blog buiten beschouwing.
Ontvoering naar een niet verdragsstaat
De voorbeeldcasus pas ik aan. De moeder heeft niet de Australische nationaliteit maar de Egyptische nationaliteit en zij besluit de kinderen mee te nemen naar Egypte.
Egypte is geen partij bij het HKOV. U kan zich ook in deze situatie melden bij de Centrale Autoriteit. Omdat Egypte geen partij is bij het HKOV zal het verzoek tot teruggeleiding van worden doorgestuurd aan het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het Ministerie zal contact opnemen met de bevoegde autoriteiten in Egypte. Het doel is via de diplomatieke weg de terugkeer van het kind naar Nederland te bewerkstelligen. De Nederlandse autoriteiten zijn in deze situatie volledig afhankelijk van de medewerking van de autoriteiten in Egypte en de daar geldende wetten en regels. Het is in dit soort situaties extra spannend of het lukt om het kind te laten terugkeren naar Nederland.
Kortom: het land waarnaar uw kind is ontvoerd, heeft grote invloed op de vervolgstappen om te zorgen dat uw kind weer kan terugkeren naar Nederland. Heeft u te maken met internationale kinderontvoering en behoefte aan advies over uw juridische positie en de mogelijkheden voor terugkeer van uw kind naar Nederland? De gespecialiseerde advocaten van onze organisatie voorzien u graag van advies en bijstand!
Magali M. van Maanen