Juli 2019
Kinderontvoeringszaken zijn heftig en ingrijpend. Ontvoerende en achterblijvende ouder verkeren in een crisissituatie.
Als gespecialiseerde kinderontvoeringsadvocaten hebben wij daar als geen ander oog voor. Desondanks is het onze taak om door alle emoties heen vast te stellen of juridisch gezien wel sprake is van kinderontvoering. Het antwoord op die vraag is namelijk beslissend voor onze advisering en het vervolgtraject. Als sprake is van kinderontvoering, kan de achterblijvende ouder de rechter op grond van het Haags Kinderontvoeringsverdrag 1980 (of naar analogie daarvan) de terugkeer van zijn of haar kind naar het thuisland vragen. Als geen sprake is van kinderontvoering zullen ander juridische wegen bewandelend moeten worden die ik in deze bijdrage buiten beschouwing laat.
Wil er sprake zijn van kinderontvoering in juridische zin dan moet de achterblijvende ouder het gezag hebben over het ontvoerde kind volgens het recht van het land waar het kind ‘woont’. Mijn collega Hilde Dreesmann- Bruijntjes heeft in haar blog uitgelegd wat dit betekent (Terug naar het thuisland als de liefde over is). Met name voor vaders die niet gehuwd zijn met de moeder van hun kind strandt het hier nogal eens.
Verder moet het wel zo zijn dat het land waar het kind naar toe is gebracht niet het thuisland van het kind is. Dit lijkt voor zich te spreken, maar schijn bedriegt. Het vaststellen van het land waar een kind ‘woont’, is in veel ontvoeringszaken het voornaamste geschilpunt. De wereld internationaliseert. Liefde laat zich niet beperken tot landsgrenzen. Het aantal internationale relaties neemt toe. Steeds vaker woont een gezin verspreid over de wereld, zeker met jonge nog niet schoolgaande kinderen. Kinderen verblijven afwisselend in verschillende landen, permanent of tijdelijk; ouders reizen heen en weer voor werk; de bevalling vindt in een ander land plaats; het is nog niet duidelijk waar het gezin zich meer permanent gaat settelen; een verblijfsvergunning moet worden afgewacht etc.. In heel wat ontvoeringszaken verschillen ouders van mening hebben over de ‘woonplaats’ van hun kind, vaak omdat zij verschillende bedoelingen hebben over hun toekomst. Wij spreken over ‘gewone verblijfplaats’ in plaats van ‘woonplaats’. Woonplaat is de plaats waar een kind is ingeschreven in de burgerlijke stand, maar inschrijving in een land is niet voldoende voor het hebben van gewoon verblijf van een kind in dat land. Het voert te ver om in deze bijdrage dit begrip ‘gewone verblijfplaats’ volledig uit te pluizen. In de rechtspraak zijn criteria ontwikkeld die dit begrip nader inkleuren. Het blijf vooral casuïstiek. Rode draad is de vraag waar een kind ‘zijn permanente centrum van belangen heeft’. Waar gaat een kind naar school? Waar is zijn sociale leven? Hoe oud is het kind? Hoe lang verblijft een kind al in een bepaald land? Wat is de intentie van de ouders bij het verblijf van het kind in dat land? Aan de hand van de feiten en omstandigheden van een specifieke zaak moet worden vastgesteld waar een kind zijn of haar gewoon verblijf heeft. Als dat een ander land is dan het land waar het kind heen is gebracht is sprake van kinderontvoering met alle gevolgen van dien.
Kortom: in veel ontvoeringszaken moet allereerst de vraag worden beantwoord waar een kind zijn gewoon verblijf heeft alvorens we verder kunnen. Dat komt voor veel ouders die met ontvoeringsproblematiek te maken hebben onverwacht. Voordat ze het weten zijn ze verzeild geraakt in een discussie over details over de gewone verblijfplaats van hun gezin. Bij ontvoeringszaken komt dus meer kijken dan u denkt!